Weergeven

Met deze opdracht worden verborgen rijen of kolommen weergegeven.

Om toegang te krijgen tot deze functie..

Op de Menubalk:

Kies Opmaak - Rijen - Weergeven.

Kies Opmaak - Kolommen - Weergeven.

In het contextmenu:

Click on the columns headers to select, choose Show Rows.

Click on the columns headers to select, choose Show Columns.

Vanuit de gebruikersinterface met tabbladen:

Choose Home - Rows - Show Rows.

Choose Home - Columns - Show Columns.

Choose Layout - Rows - Show Rows.

Choose Layout - Columns - Show Columns.

Vanuit de werkbalken:

Icon Show Rows

Show Rows

Icon Show Columns

Show Columns


Als u een kolom of rij wilt weergeven, selecteert u het bereik van rijen en kolommen met de verborgen elementen, en kiest u vervolgens Opmaak - Rijen - Weergeven of Opmaak - Kolommen - Weergeven.

Om, bijvoorbeeld, kolom B te laten zien, klik op de kop van kolom A, breid de selectie uit naar kolom C, kies dan Opmaak - Kolommen - Weergeven. Om de verborgen kolom A te tonen, klikt u op de kop van kolom B, houd de muisknop ingedrukt en sleep aan links. Het geselecteerde bereik in het Naamvak verandert van B1: B1048576 in A1: B1048576. Kies Opmaak - Kolommen - Weergeven. Dit werkt op dezelfde manier met rijen.

Om alle verborgen cellen weer te geven, klik eerst op het veld in de linker bovenhoek. Hiermee selecteert u alle cellen van de tabel.