Navigator-contextmenu
Klik met rechts op een object in de lijst van de Navigator om toegang te krijgen tot extra opties.
Op de Menubalk:
Kies .
F5
+4 om de Zijbalk te openen.
Op de Zijbalk:
Ga naar
Springt naar het geselecteerde object in het document.
Selecteren
Selecteert het object in het document. Als u een kop selecteert, wordt ook de inhoud geselecteerd die direct volgt op de kop tot aan de volgende kop met hetzelfde overzichtsniveau.
Bewerken
Bewerk de eigenschappen van het geselecteerde object.
Wijzig de naam van het object, geselecteerd in de Navigator.
Alfabetisch sorteren
Sorteert alfabetisch alle vermeldingen in de geselecteerde categorie. Schakel deze optie uit om de vermeldingen te sorteren op basis van de volgorde waarin ze in het document verschijnen.
Beeld
Toont de namen van alle geopende documenten. Om naar een ander geopend document in de Navigator te gaan, klikt u op de documentnaam. De status (actief, inactief) van het document wordt tussen haakjes achter de naam weergegeven.
Alle categorieën uitvouwen of samenvouwen
Vouwt de weergave van objecten onder de geselecteerde categorie uit of in. Namen van documentobjecten worden weergegeven onder het categorie-item. Klik op een item om naar het object in het document te springen.
Koppen
Alles uitvouwen
Vouwt de lijstkoppen uit of in.
Kopie
Kopieert de kop en de inhoud die volgt op de kop tot de volgende kop met hetzelfde overzichtsniveau. Deze inhoud omvat alinea's met overzichtsniveau Geen en koppen met een overzichtsniveau dat groter is dan de gekopieerde kop. U kunt de inhoud op een andere plaats in het document plakken.
Koptekst verwijderen
Verwijdert de kop en de inhoud die volgt op de kop tot de volgende kop met hetzelfde overzichtsniveau. Deze inhoud omvat alinea's met overzichtsniveau Geen en koppen met een overzichtsniveau dat groter is dan de verwijderde kop.
Overzichtsniveau omhoog
Verhoogt het overzichtsniveau van de geselecteerde kop en de koppen die onder de kop voorkomen, met één. Houd CommandoCtrl ingedrukt om alleen het overzichtsniveau van de geselecteerde kop te verhogen en klik dan op dit pictogram.
Overzichtsniveau omlaag
Verlaagt het overzichtsniveau van de geselecteerde kop en de koppen die onder de kop staan, met één. Houd CommandoCtrl ingedrukt om alleen het overzichtsniveau van de geselecteerde kop te verlagen en klik dan op dit pictogram.
Kop een niveau omhoog
Verplaatst de geselecteerde kop en de tekst onder de kop een koppositie omhoog in de Navigator en in het document. Houd CommandoCtrl ingedrukt om alleen de geselecteerde kop te verplaatsen en niet de tekst die bij de kop hoort en klik dan op dit pictogram.
Kop een niveau omlaag
Verplaatst de geselecteerde kop en de tekst onder de kop, één kop naar beneden in de Navigator en in het document. Houd CommandoCtrl ingedrukt om alleen de geselecteerde kop te verplaatsen en niet de tekst die bij de kop hoort en klik dan op dit pictogram.
Als u de volgorde van koppen en hun bijbehorende tekst in uw document snel wilt wijzigen, selecteert u de categorie "Koppen" in de lijst en klikt u op het pictogram Inhoud tonen. U kunt nu via slepen en neerzetten de volgorde van inhoud wijzigen.
Overzicht bijhouden
Set Navigator mode of outline tracking. This feature applies only to outline entries under in the Content View frame of Navigator. To see, enable, or change the mode, right-click on or an item under Headings and choose . The selected mode is applied to the entire document.
In de modus en , selecteert de Navigator automatisch de dichtstbijzijnde kop vóór de huidige cursorpositie in het document.
In de modus wordt de weergave van overzichtsitems in Navigator nooit gewijzigd, alleen wordt een overzichtsitem geselecteerd.
In de modus toont Navigator alleen de koppen voor het geselecteerde overzichtsniveau, relatief ten opzichte van het volgende hogere overzichtsniveau. Als bijvoorbeeld een kop van niveau 2 is geselecteerd, worden alle koppen van niveau 2 onder dezelfde kop van niveau 1 weergegeven, terwijl koppen van niveau 3-10 (onder dezelfde kop van niveau 1) worden samengevouwen. Andere koppen die niet onder dezelfde kop van niveau 1 vallen, zijn ook samengevouwen.
Kies Om Overzicht bijhouden uit te schakelen.
Tabellen
Tabel verwijderen
Verwijdert de geselecteerde tabel.
Tabel bijhouden
Frames
Frame verwijderen
Verwijdert het frame en de volledige inhoud ervan.
Frame bijhouden
Afbeeldingen
Afbeelding verwijderen
Verwijdert de afbeelding.
Afbeelding bijhouden
OLE-objecten
OLE-object verwijderen
Verwijdert het OLE-object.
OLE-object bijhouden
Secties
Sectie verwijderen
Verwijdert de geselecteerde sectie. De inhoud van de sectie wordt niet verwijderd.
Sectie bijhouden
Bladwijzers
Bladwijzer verwijderen
Verwijdert de bladwijzer.
Bladwijzer bijhouden
Hyperlinks
Hyperlink verwijderen
Hyperlink bijhouden
Verwijzingen
Verwijzing verwijderen
Verwijdert de verwijzing.
Verwijzing bijhouden
Indexen
Bijwerken
Verwijderen
Verwijdert de index. De inhoud van de index wordt niet verwijderd, maar wordt niet meer als een index behandeld.
Alleen-lezen
Vink dit vakje aan om handmatige bewerking van de inhoud van de index te voorkomen.
Index verwijderen
Index bijhouden
Notities
Notitie verwijderen
Notitie bijhouden
Tekenobjecten
Tekenobject verwijderen
Verwijdert het tekenobject.
Tekenobject bijhouden
Velden
Veld verwijderen
Veld bijhouden
Schakel dit selectievakje in om het wijzigen van velden bij te bijhouden.
Voetnoten
Voetnoot verwijderen
Voetnoot bijhouden
Eindnoten
Eindnoot verwijderen
Eindnoot bijhouden